Omgevingsvergunning voor het houden van dieren
Reptielen, amfibieën of ongewervelden (insecten, spinachtigen en duizenpootachtigen)
Als je thuis reptielen of amfibieën houdt of wilt houden, moet je steeds in orde te zijn met de VLAREM-wetgeving. Dit betekent dat je al vanaf één volwassen dier meldingsplicht hebt. Elk dier meld je aan bij de dienst Omgeving van de gemeente met een melding voor een ingedeelde inrichting (klasse 3).
Voor amfibieën, reptielen en ongewervelden die giftig of agressief zijn of wiens gedrag een gevaar inhoudt voor hun omgeving (bv. schorpioenen, zwarte weduwe), ben je verplicht om vanaf één volwassen dier een omgevingsvergunning (klasse 2) aan te vragen.
Zoogdieren
Vanaf welke hoeveelheid zoogdieren je een melding voor ingedeelde inrichting moet indienen, is afhankelijk van het gebied waarin je woont. Voor de exacte wetgeving, kan je steeds terecht bij de dienst Omgeving.
Enkele richtlijnen:
- Honden: vanaf 5 dieren
- Kleine zoogdieren (konijnen, knaagdieren, pelsdieren, katten): vanaf 20 dieren
- Kleine herkauwers (geiten, schapen, alpaca’s, lama’s, hertachtigen): vanaf 10 dieren
- Grote zoogdieren (paard- en rundachtigen): vanaf 5 dieren