Zwaard

Begin oktober 1980, toen het Schulensmeer aangelegd werd, vond Paul Vangeel in de wand van een aarden dijk ten westen van de pijpenkop van het Schulensmeer een stuk oud ijzer. Het was in 90° geplooid. Het bleek om een slagzwaard te gaan. Paul Vangeel legde het ijzer onder de kast. Toen archeoloog Luc Van Impe er eens op bezoek kwam, toonde hij zijn vondst. Van Impe was perplex bij het zien van een oud zwaard. Het zwaard stak nog in zijn schede en was door een houw van de laadbak van een graafmachine tot op 90° geplooid. Hij nam het mee en liet het restaureren. Het Schulens zwaard is een typisch product uit een smidse die werkte in de traditie der Keltische wapensmeden. We mogen aannemen dat dit slagzwaard aan een ruiter toebehoord heeft, in de tijd van Caesar’s veldtochten door onze gebieden. Het slagzwaard is 85,6 cm lang. De lengte van de kling bedraagt 72,7 cm terwijl de breedte vermindert van 4,6 cm bij de hiel tot 3 cm vóór de punt. De doorsnede is lens- tot ruitvormig. Langs weerszijden van de bijna onmerkbare middenrib werd de kling over een 7 mm brede strook behamerd. Het handvat bestaat uit een lange en smalle 3 tot 5 mm dikke angel met een omgeplooid einde: de organische delen van de greep ontbreken. De schede is 73,2 cm lang, de breedte vermindert van 5,3 cm bij de mond tot 4,4 cm bij de punt. Ze bestaat uit twee lange convexe platen, elk ca. 1 mm dik. De versierde plaat, d. i. de voorzijde werd over 2/3 van de lengte met de randen over de iets smallere en effen rugplaat geplooid. Naar de punt toe worden beide platen samengehouden door een ijzeren oorband, die met vier traversen verstevigd is. Op de rugzijde lopen alleen de beide uiterste traversen door. Bovenaan omgeeft een 8 mm brede en 2 mm dikke ijzeren band de schedemond. De voorplaat is zo met de hamer met gewafeld slagvlak beslagen dat over een breedte van 2,9 tot 2,5 cm een chagrijnleder-imitaite bekomen werd.

Voor meer informatie : Archeologia Belgica 238  Brussel 1981. L. Van Impe , Paul Vangeel.