Café Djang Vandermeeren
Jean Vandermeeren was van opleiding slager. Hij leerde de stiel in Brussel waar hij ook bestellingen moest afleveren met de fiets. Daardoor kende hij Brussel als geen ander. Jean kwam uit een gezin van zeven kinderen waarvan drie jong gestorven. Zijn moeder was van het Nederlandse Susteren. Zijn ouders hadden op de Markt een winkel en een café. Na hun dood nam Jean de zaak over en erfde hij de woning. Jean en zijn vrouw Maria, dochter van de molenaar Govaerts Alphonsus (1845-1913), brachten zes kinderen groot. De kinderen zwierven uit, maar bleven heel gehecht aan Herk. Alleen Mariette bleef in Herk wonen. Omdat zijn café naast het gemeentehuis lag, werd Jean er dikwijls als getuige bijgehaald bij de aangifte van geboorten. Moeder de vrouw nam het werk in het café dan wel even over. Veel aangiften kregen ongetwijfeld een staartje in het café. Ook bij burgerlijke huwelijken werd de plechtigheid bezegeld in het café. Bij een kerkelijke trouw in de winter en bij communies kwamen de familieleden dan weer hun goede schoenen in het café aandoen. Het was immers niet mogelijk om met propere schoenen van thuis uit in de kerk te geraken. Bij begrafenissen gaf Djang het signaal als het tijd werd voor den offer. Hij was trouwens steeds de eerste om ten offer te gaan. Er werd, zoals het hoort, veel lawaai gemaakt in het café. Na het overlijden van moeder in 1950 werd die taak door Mariette overgenomen. In 1935 werd het pand volledig vernieuwd. De ingang was voortaan op de hoek van het gebouw. Daarvoor waren de twee hoge smalle deuren van het vredegerecht en het café nog pal naast elkaar. Je van deur vergissen was niet moeilijk. Het café heette aanvankelijk “Café du Tribunal”. Na de Tweede Wereldoorlog werd het “Café Vredegerecht”. Toen het vredegerecht half de jaren vijftig verhuisde naar de overkant van de Markt, gaf Djang zijn café ‘Oud Vredegerecht’ als naam. De bel van de veldwachter had een plaatsje in het café. Het gemeentehuis was niet altijd open. Door de bel in het café te leggen, kon hij altijd aan de bel om op de hoek van het café aan te kondigen dat de zitting ging beginnen. De veldwachter speelde ook voor andere afkondigen belleman. De dag dat er recht gesproken werd, kreeg de middag een staartje in het café. De rechterlijke macht en de advocaten moesten toch nog één of meer pintjes drinken na hun noeste arbeid. En dat kon lang uitlopen. Djang had op een dag een klant in het café die al meer dan genoeg op had. De klant vroeg een pint maar Djang weigerde. De klant dreigde naar de commandant te gaan om hem voor het gerecht te trekken. En Djang moest ook effectief voorkomen. De zaak werd behandeld door de vrederechter. Djang mocht weer naar huis en dit zonder straf. Iedereen moest zich wel ernstig houden. Het leven van een cafébaas loopt niet altijd over rozen! Na het overlijden van Jean in 1973 werd het café gesloten. In het pand vestigde zich een autorijschool. Op 17 juli 1982 werd het gebouw afgebroken voor de bouw van de bibliotheek. De plaats van de bouw was eerst nog een tijdelijke parking. In 1991 opende er de nieuwe bibliotheek.