Eugène Thiery
Eugène Joseph Philippe THIERY werd geboren op Halbeek (Herk-de-Stad) op 27 september 1920 als zoon van Joseph Thiery en Josephine Briffaux.
Zijn lager onderwijs genoot hij in Herk-de-Stad.
Latijn-Griekse Humaniora volgde hij te Diest aan het Jan Berchmanscollege, waar hij dagelijks met de fiets naartoe reed. Hij had de naam een goede sprinter te zijn.
Reeds tijdens zijn prille jeugdjaren werd hij gebeten door de microbe van de jacht en visvangst, een familiemicrobe sedert generaties, die hij tot op hoge leeftijd bleef behouden.
In het laatste jaar van zijn collegetijd in 1940 maakte hij deel uit van de Belgische Nationale Beweging en was hij een vurige aanhanger van Koning Leopold III, wiens gedachtenis hij zou blijven verdedigen tijdens de oorlog, tijdens de koningskwestie en ook daarna.
Op die manier kwam hij vanaf de aanvang van de oorlog in aanraking met het verzet dat zich organiseerde tegen de Duitse bezetter.
Samen met enkel andere Herkenaren, waarvan er jammer genoeg te veel hun inzet met hun leven hebben moeten bekopen, stond hij aan de wieg van het Geheim leger, afdeling Herk-de-Stad, waarvan de eerste bijeenkomsten en eedafleggingen plaatsvonden op Halbeek.
Hij was zeer actief in de verzetsbeweging, zowel bij de inlichtingendienst, de hulp aan neergeschoten geallieerde piloten en hun bemanning, het plegen van sabotagedaden, als het gewapend verzet.
Tegen het einde van de oorlog diende hij onder te duiken samen met andere leden van de verzetsbeweging omdat de vijand hem op het spoor was.
Dat hij actief werd opgespoord blijkt uit het feit dat een Duitse militair permanent ingekwartierd werd op Halbeek en dat een razzia plaatsvond, waarbij zijn halbroer Paul bij vergissing bijna werd opgepakt.
Toen in september het bevel van het hoofdkwartier van het Geheim Leger kwam om de “refuge” Kiewit te vervoegen voor deelname aan de geplande bevrijdingsgevechten was hij onmiddellijk paraat met andere leden van sector Herk-de-Stad.
Het plan mislukte echter omwille van het feit dat de beloofde wapendroppings niet plaatsvonden, en Kiewit een verzamelzone bleek te zijn van Duitse troepen.
De verzetslieden dienden dan ook de schermutselingen af te breken bij gebrek aan voldoende bewapening en wegens een te grote overmacht, waarbij onder meer vijf Herkse verzetslieden het leven lieten.
Eugène Thiery en vele anderen konden ontkomen en tijdens de nacht, waarin geschuild werd in een boerderij in Thiewinkel, leerde hij zijn toekomstige echtgenote Alexandra Snoekx kennen, die eveneens actief was in het verzet en onder meer als koerier fungeerde tussen het hoofdkwartier van het Geheim Leger en de sectoren, en die toevallig een toevlucht had gezocht in dezelfde boerderij.
Het hele oorlogsgebeuren, en het verlies van vele strijdmakkers, niet enkel in Kiewit, doch ook bij de overval van de gevangenis in Hasselt en de razzia op het hoofdkwartier van het Geheim Leger in Zelem heeft Eugène Thiery getekend voor het leven.
Tot op het einde van zijn leven bleef hij zijn eed van trouw aan Koning en Vaderland getrouw en bleef hij met eerbied de naam van zijn gevallen makkers eren, onder meer tijdens de jaarlijkse plechtigheden ter herdenking van het offer dat zij brachten.
Reeds tijdens de oorlog was hij griffier bij het Vredegerecht te Hasselt, na de bevrijding bij de Krijgsraad te Velde en nadien bij het Vredegerecht en de Politierechtbank te Hasselt.
Na vele tegenslagen in zijn beroepsloopbaan, te wijten aan het feit dat hij mordicus weigerde enige politieke partijkaart te nemen om de promoties te krijgen waarop hij recht had, waardoor meerdere kansen aan hem voorbijgingen, werd zijn rechtlijnigheid toch beloond en kon hij zijn carrière beëindigen als hoofdgriffier van de Politierechtbank afdelingen Hasselt, Sint-Truiden en Beringen.
Hij was ook actief in de gemeentepolitiek, waar hij gedurende 18 jaar gemeenteraadslid was (om professionele redenen mocht hij geen schepenambt uitoefenen). Tijdens deze periode speelde hij een belangrijke rol bij de verwerving van het goed Olmenhof-Harlaz door de gemeente door zijn bemiddeling met de hem bevriende familie de Pierpont. Een aantal straatnamen die herinneren aan het oorlogsverleden en aan hen die hun leven gaven voor hun land werden op zijn initiatief toegekend. Denken we aan de “Zeven Heldenlaan”, ”Georges Morrenstraat”, “Théophile Donnéstraat”.
Uit zijn huwelijk met Alexandra Snoekx werden vier kinderen geboren, waarvan de derde in leeftijd nog steeds in Halbeek woont, terwijl de drie anderen uitzwermden. Samen zorgden zij voor een talrijk nageslacht.
Eugène Thiery hield van zijn land, zijn geboortestreek en van zijn gezin, waarop hij fier was.
Hij overleed op 84 jarige leeftijd in het Virga Jesse Ziekenhuis te Hasselt op 19 december 2014, nauwelijks een maand na zijn dierbare echtgenote, wiens verlies hij moeilijk heeft kunnen verwerken.
Joseph Thiery
22 juni 2020
Kleine foto: Eugène Thiery, september 1944, gefotografeerd voor zijn vertrek naar Kiewit, archief familie Thiery.