Oud gemeentehuis
Tijdens de Franse overheersing worden de gemeenteraden ingesteld. Aangezien het oude stadhuis is afgebrand, vergaderen zij in een of andere herberg. Ze hebben weinig beslissingsrechten. Pas in het tijdperk van de Verenigde Nederlanden kunnen ze meer macht uitoefenen. In de zitting van 24 november 1832 besluit de gemeenteraad twee huizen, gelegen op de grote markt, eigendom van de heer Diepers uit Diepenbeek, aan te kopen. Vervolgens wordt de waarde van het goed geschat door de metselaar Santermans en de timmerman Peeters. Volgens het kadaster van 1845 beslaan de gebouwen 5a 30 ca, tuinen niet meegerekend. Het grenst ten westen aan het huis van de weduwe Swennen (d.i. het huis langs de huidige dekenij), ten zuiden aan de stadsvelden, ten oosten aan de dekenij en aan het goed van Joannes Haesen (de huidige bibliotheek). Het goed wordt uit ter hand gekocht voor 2.352 gulden. Het gemeenteraadsverslag meldt dat een huis zal gebruikt worden als stadhuis, het andere als kazerne voor de rijkswacht. Op 26 januari keuren de Gedeputeerde Staten de aankoop goed. De rijkswacht verhuist in 1839 naar het pand van de vroegere ‘Bakkerij Brems’, de deken naar de eerdere kazerne van de rijkswacht en de onderwijzer naar de dekenij die net is vrijgekomen. Op 16 februari 1867 wordt ook de oude pastorij “aangekocht”. De gemeente betaalt er 1 000 frank voor. Ze is gebouwd op 2 are en heeft een tuin van 4 are 60 ca. Sinds de Franse revolutie zijn de kerkelijke goederen aangeslagen en meestal verkocht. De gemeente moet anderzijds ook instaan voor de huisvesting van de pastoor. De pastorij van Herk-de-Stad wordt dus niet gekocht maar de rente hierop moet dienen om te voldoen aan de verplichtingen, die aan de pastoor zijn opgelegd door de stichting van Pinksten Milters (zie pdf onderaan de pagina). De aankoop wordt goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van 8 maart 1867. Vervolgens koopt de gemeente een strook grond van 23,5 m lang en 60 cm breed van de heer Petrus Haesen[1]. Deze strook dient om een goot met afvoerbuis aan te leggen om het water van het huis Haesen op te vangen en te laten afvloeien. Overeengekomen wordt dat Petrus Haesen de muur - naar de kerk toe - van het nieuwe, te bouwen stadhuis mag gebruiken zonder hiervoor te betalen. De Heer Herman Jaminé (°Maastricht 1826 - +Hasselt 1855 ), provinciaal opziener van de gebouwen, krijgt op 1 maart 1866 de opdracht om plannen te maken voor het bouwen van een gerechtszaal met erboven een raadszaal voor de gemeenteraad, een gemeenteschool en een onderwijzerswoning. De werken worden in 1870 - 1873 uitgevoerd voor een prijs van 38.333,88 frank. Het complex bestaat uit drie gebouwen, in volmaakte symmetrie gegroepeerd rond een rechthoekig gekasseide binnenkoer. Vroeger heeft op deze binnenkoer, die door een gietijzeren hek was afgesloten, de diepste waterpomp van Herk gestaan. Het hek is gedeeltelijk verdwenen en de plaats van de pomp wordt nu aangeduid door een arduinen steen met een opening in het midden. De gerechtszaal is nu het café ‘ De gulden mortier ’, het gemeentehuis een lokaal in het huidige gemeenschapscentrum ‘ De Markthallen ‘. De hoofdonderwijzer huisde in het rechtse gebouw, gelijkaardig aan het linkse, waar nu de dienst cultuur en jeugd is gevestigd. Het gebouw heeft nog steeds drie en vijf traveeën onder een schilddak met eenzelfde afwerking: arduin voor de cordonlijsten, de druiplijsten (in kroonlijstvorm) en de lekdrempels. Niettemin schrijft Raymond Enckels over deze gebouwen in ’T Nieuws der Week: Ze hebben niet de minste stijl en zijn de hoofdplaats van het kanton onwaardig. Later komt dit complex in verval. Het wordt nog een tijdje gebruikt als muziekschool, harmonielokaal en in de zeventiger jaren als controlelokaal voor werkzoekenden. Elke dag dienen ze hier een stempel op een stempelkaart te komen halen. Architect Jaspers renoveert en verbouwt het in de jaren 1990-1995 tot het huidige ‘De Markthallen‘.
Bronnen: ’T Nieuws der Week 5 december 1964, R. Enckels HASEL (HASselts Erfgoed Lexicon) Gichtboek 91, blz.220. , Oorkonde der stichting & Jaargetijde van Pentacosta Milters Bewerking: André Smeets