Monnikenhof
Driemaal Monnikenhof
Het (Groot) Monnikenhof was een oude pachthoeve van de abdij van Oriënten in Rummen, die in 1798 door de Franse bezetter als ‘zwart goed’ verkocht werd om hun schatkist te spijzen. De naam verwees dus naar de oorspronkelijke eigenaars, de bewoners van de abdij. De nieuwe eigenaars verpachtten de hoeve, net zoals de Cistersiënzerinnen van Oriënten eeuwenlang gedaan hadden. En zo verhuisden Jacobus Ectors en zijn vrouw Barbara Beesemans in 1847 met één kind, meiden en knechten en al hun vee vanuit het Leuvense naar Herk-de-Stad.
Barbara Beesemans is samen met Jacobus Ectors naar het Monnikenhof gekomen in 1847. Dat moet in die tijd een hele onderneming geweest zijn! Door paarden of ossen getrokken karren geladen met allerlei alaam, hooi en stro, schapen en runderen. Knechten en meiden reden vooruit. De familie volgde enkele dagen later toen de boerderij in orde was gemaakt om hen te ontvangen. Waarom zochten zij het zo ver van huis? In deze welgestelde boerenfamilies was het niet de gewoonte om de gronden te verdelen onder de kinderen, de ‘klot’ moest samenblijven zodat de familie niet verarmde, zeker als er veel kinderen waren. Gewoonlijk volgde één van de zonen de vader op de boerderij op. Welke regelingen werden getroffen voor de andere kinderen? De meisjes werden binnen de eigen stand uitgehuwelijkt. Ze traden binnen in een klooster of bleven ongehuwd op de ouderlijke hoeve wonen en werken. De zonen mochten studeren en werden advocaat, priester, geneesheer of officier in het leger. Maar voor diegenen die wilden boeren moest er een oplossing gezocht worden, bijvoorbeeld door een huwelijk te sluiten met de erfgename van een andere boerderij of door een pachthoeve te zoeken, waar deze zoon met wat vee en een som geld van de ouders zelf een landbouwbedrijf kon opzetten. En zo gebeurde het met het gezin Ectors-Beesemans. Ze waren dus vreemd in het dorp en kregen als roepnaam van de Muineshof.
Toen ze op het Monnikenhof aankwamen hadden ze al een zoon en in de loop van de volgende jaren kwamen er nog elf kinderen bij, van wie er twee heel jong stierven. De vier meisjes trouwden zoals het hoorde binnen hun stand, twee zelfs met een verre verwant in het Leuvense. De twee andere zochten het dichterbij: Catharina Hortensia trouwde met Bonaventure Boesmans, brouwer in Stevoort en Philomena werd de echtgenote van Louis Vanweddingen, geneesheer in Herk. Drie zonen studeerden en twee wilden blijven boeren. Hetzelfde probleem als in 1847 deed zich voor. Lambert Theodoor was de oudste van de twee en hij bleef na zijn huwelijk met Emilia Plevoets op het Monnikenhof wonen en volgde zijn vader in 1889 als pachter op. Dit werd de tweede generatie pachters van de Muineshof, zoals zij ondertussen in Herk genoemd werden. Familienamen werden op het platteland weinig of niet gebruikt. Ofwel werd je genoemd naar je vader of moeder, ofwel naar de plaats waar je woonde, zoals hier het geval was. Niemand wist nog dat de naam eigenlijk verwees naar de abdij die eeuwenlang eigenaar geweest was van de hoeve.
Tot ongeveer 1900 stond er op de Stevoortweg één Monnikenhof. Vijftig jaar later waren dat er drie. Op de Kiezel, zoals de Stevoortweg toen genoemd werd, sprak men van de Groeëte, de Klenne en de Nieve Muineshof. Ze hadden één ding gemeen: de bewoners heetten Ectors.
Het Klein Monnikenhof
Terug naar ons verhaal. Zolang Theophiel, de andere broer die landbouwer wilde worden, niet huwde, was er geen probleem. Hij bleef op het Monnikenhof wonen en werken. Maar vader Jacobus bereidde zich toch voor en kocht een kleinere hoeve die dichter bij het centrum van Herk lag. Aan de winterbeek, tegenover de bossen van het kasteeldomein van Hubert Van Willigen, lag een boerderij die al op de kaart van Ferraris (tweede helft 18de eeuw) te zien is.
Theophiel kocht in 1893 omliggende gronden en gaat met zijn vrouw Aline Gijsens (afkomstig van Donk) op deze hoeve wonen. Na de dood van zijn moeder in 1887 wordt hij er de volledige eigenaar van. Nu zijn er dus twee boeren die van de Muineshof genoemd worden, maar niet op dezelfde boerderij wonen. En om het onderscheid te maken ging men spreken van de Groeëte en de Klenne Muineshof. En dat bleef zo, ook toen op het Klein Monnikenhof niemand meer woonde die Ectors heette, nadat dochter Clémence trouwde met Henry Vandereycken en de andere dochter verhuisde. Jef Vandereycken (†2021) heeft op de boerderij gewoond tot hij de boerderij ongeveer tien jaar geleden verkocht.
Theophiel Ectors is de zoon die op het Klein Monnikenhof is gaan wonen en getrouwd was met Aline Gijsens van Donk.
Aline Gijsens en twee van haar kleinkinderen (Roza en Jef Vandereycken), foto genomen op het Klein Monnikenhof.
Het Nieuw Monnikenhof
Maar ons verhaal is nog niet af. Nadat Theodoor Ectors in 1925 overleed bleef zijn weduwe met enkele van haar volwassen kinderen nog op het Groot Monnikenhof wonen. Toen besliste ook zij om te verhuizen. Maar ze ging niet ver weg. Op honderd meter van de hoeve werd een nieuwe boerderij gebouwd en daar ging zij wonen bij haar zoon Clément en zijn gezin. Maria en Hortense, de twee ongetrouwde dochters, bouwden een huis naast dat van hun broer. En nu woonde op het Monnikenhof niemand meer die van de Muineshof genoemd werd, maar hun roepnaam ging over op het nieuwe huis en dat werd dus de Nieve Muineshof.
Voor wie het verhaal niet kent lijkt het heel bizar dat de roepnaam van de Muineshof overgedragen werd op gebouwen die niets met het echte Monnikenhof te maken hadden. Maar dat is nu eenmaal de manier waarop mensen namen geven aan elkaar en aan de plaatsen waar ze wonen. Een eeuw later is er van die namen niets meer overgebleven, tenzij in de herinnering van degenen die ze in hun jeugd nog gehoord hebben. De naam van het echte Monnikenhof werd wel bewaard dankzij de vele schriftelijke verwijzingen op kaarten en in documenten. Verba volent, scripta manent of in het Nederlands: woorden vervliegen, wat opgeschreven is blijft.
De bewoners van het Groot-, Klein- en Nieuw Monnikenhof liggen naast elkaar begraven op het oude kerkhof van Herk-de-Stad.
Hille Raskin