Villa Louise
Sommige dorpen hebben het: een mysterieus huis verscholen achter wat bomen. Donk heeft Villa Louise. Eén van de mooiste huizen van Donk wordt in 1909 gebouwd door de familie Hardy – Ruelens. Het wordt opgetrokken in Art Nouveau stijl en heeft de eerste badkamer van Donk. Zinken citernen vangen in het voorjaar het regenwater op. Wanneer het kouder wordt en de kans er is dat het water bevriest, worden de tanks geledigd en gevuld met zagemeel. In de volkstelling rond deze periode lezen we dat de weduwe Maria Ludovica Hardy-Ruelens er met haar dochter Maria, Emelia (Hardy), haar schoonzoon Leonce Louis Henri (ook) Hardy en haar kleindochter Maria Louisa Augusta Hardy - naar wie de villa werd genoemd – wonen. We maken het lijstje volledig door ook de andere bewoners van dit huis in de Pastorijdreeft te vermelden: haar zoon Victor Leonard Joseph (°1879 - +1900) stierf jong na een langdurige ziekte, haar broer Leonard en drie inwonende meiden, wat toch ‘royaal’ mag genoemd worden. Maria Ludovica Ruelens (°16/10/1844 - +21/12/1916) was de tweede vrouw en weduwe van Lodewijk Hardy (°12/12/1827 - +19/05/1880), burgemeester van Donk, met wie ze huwde in 1874. Hun kleindochter (Maria) Louise werd in Donk geboren op 12 januari 1899 waar ze in 1922 huwde met Paul Charles Marie Amédée Crooy. Het huwelijk werd ingezegend door Amédée (Amadeus) Crooy, bisschop van Doornik. Tijdens de augustusdagen van 1914 dienen de hoogste vensters als uitkijkpost om de gevechten in Halen te volgen. Wanneer de familie Saels de villa koopt van de familie Hardy in 1952 vindt ze nog een weggestoken revolver waarvan muizen en houtworm de houten partijen grotendeels hebben weg gevreten. Later trekt de familie terug naar Brussel. In de zomer wordt het door hen voor één maand bewoond. Een conciërge houdt het gebouw voor de overige elf maanden in het oog.
Gert Lilienthal
Hierin komt verandering wanneer in de winter van 1940 Antwerpse joden door de nazi’s worden uitgewezen en naar het platteland worden gedeporteerd. Gert Lilienthal (° Berlijn 1924, in 1933 naar Antwerpen verhuisd) komt op 16-jarige leeftijd met zijn zusje, moeder, grootmoeder en vele anderen ‘s nachts in Donk aan. De eerste nacht slapen ze in de dorpsschool. ’s Anderendaags krijgen ze samen met nog een jong koppel en een moeder met haar kind, Villa Louise, dat – op dit ogenblik - leegstaat, toegewezen. Althans gedeeltelijk: met zijn achten krijgen ze drie mansardekamers op de tweede verdieping, een kleine kamer op de eerste en de keuken met het aangrenzende pomphuis. De overige kamers blijven gesloten. De stadsmensen zijn blijkbaar meer gewoon want ze vinden het huis maar primitief en demoraliserend, zonder comfort, zonder centrale verwarming, wel met stromend water maar met “slechts” één toilet. Het is bovendien ijzig koud omdat het zo lang onbewoond is geweest. Het wordt beter wanneer het lente wordt: er is geen Duitser te zien, ze wandelen dan eens naar Halen, dan eens naar Herk. De gemeente geeft hen een stuk grond dat ze kunnen bewerken om er groenten te kweken. Voedsel kopen ze met de rantsoenzegels in de dorpswinkel bij de familie Celis. Groenten, fruit, eieren, een kip of een duif halen ze op de boerderij. Het jonge echtpaar krijgt in april 1941 een jongetje dat ze Hendrik noemen en dat een week later in de keuken besneden wordt. In de zomer van 1941 komt de familie Hardy weer naar Donk. Villa Louise wordt ontruimd. Gert Lilienthal en zijn huisgenoten verhuizen naar de Hamont-hoeve waar nog andere joden logeren. Dit door de plaatselijke bevolking ’t Kasteel’ genoemd was nog primitiever dan het huis. De sfeer wordt nog somberder, niet veel later eist de bezetter dat de vrouwen terug naar Antwerpen komen, de mannen moeten naar Brussel gaan. Door de “Endlösung der Judenfrage” verliest Gert zijn ouders en andere familieleden. Hij en zijn zus kunnen onderduiken en overleven de oorlog. In 1993 verschijnt het boekje van “Herinneringen aan de Nazi-terreur en de Duitse bezetting” onder de titel: “POLIZEI! Aufmachen!” waarin Gert Lilienthal een hoofdstuk aan zijn verblijf in Donk wijdt.
Bronnen: Info: Adèle Celis, Annie Leemans, Edwin Saels, Volkstelling 1901-1910 “POLIZEI! Aufmachen!” Gert Lilienthal 1993 ISBN 90 74309 03 8
Bewerking en foto's: André Smeets